Wish you were here
Hoe maak ik een vriend?
Hoe maak ik een vriend?
Nederlands
2010
Vanaf 9-11 jaar
Felix gaat op kamp, een kamp waar hij niemand kent. Zijn moeder zegt dat hij wel een vriend zal maken. Maar hoe doe je dat? Hoe maak je een vriend? Felix gaat meteen aan de slag en maakt lijstjes met eigenschappen die een goede vriend moet hebben. Maar bestaat er wel een ultiem recept om een vriend te maken?
Details
Genre
Humor
Onderwerp
Vriendschap
Extra onderwerp
humor,
vakantiekampen,
verhalen,
Humor (jeugd),
Vriendschap (jeugd),
Humor (jeugd verhalend),
Vriendschap (jeugd verhalend),
KJV 2011-2012 Groep 3 (8-10 jaar),
vriendschap,
Vriendschap ; [ verhalen ],
Kinderjury 2011/2012,
Kinder- en Jeugdjury 2011 (jeugd verhalend),
Vriendschap (jeugd verhalen),
JBM 2019 Boekentips 6-9 jaar,
AVI 5,
KJV 2011/2012,
Eerste lezers,
Humoristische verhalen,
Tips voor kinderen 2011,
Vriendschap; Humor
Minder
Titel
Hoe maak ik een vriend?
Auteur
Evelien De Vlieger
Illustrator
Wendy Panders
Taal
Nederlands
Editie
1
Uitgever
Tielt: Lannoo, 2010
[80] p. : ill.
[80] p. : ill.
ISBN
9789020991819
Besprekingen
Leeswelp
Het is een vaak gestelde vraag, en Evelien De Vlieger geeft er een speels antwoord op: Hoe maak ik…
Het is een vaak gestelde vraag, en Evelien De Vlieger geeft er een speels antwoord op: Hoe maak ik een vriend? Hoe overleef ik een kamp waar ik niemand ken en geen vrienden heb? Ik verwijs maar even naar de bekende reeks van Francine Oomen, omdat dit boek eraan verwant is. Wanneer zijn moeder hem afwimpelt en verzekert dat hij wel een vriend zal maken op kamp, neemt Felix die uitdrukking letterlijk, en begint een vriend samen te stellen. In een dossier, en per dag die hem nog scheidt van het kamp (zes dagen in totaal) maakt hij diverse tekeningen en lijstjes van onderdelen en ingrediënten waarover een goeie vriend zeker moet beschikken. Onmisbare lichaamsdelen (hoofd en romp zijn het noodzakelijkst); een robotachtig mannetje samengesteld uit allerlei voorwerpen (een kookpan als onverwoestbare hersenpan, met een verlengkabel als positieve hersenkronkel erin); een blad patroonpapier vol levensbelangrijke kleren (oorverwarmers met een walkietalkie erin genaaid, een gevechtsbroek met 1001 zakken); een vriendschapsdrank (met wasverzachter, zoethout, en een druppel bloed, spuug en snot van Felix erbij); een woordenlijst met goeie woorden als 'vriezeman', 'bekgevechten' en 'fish-tics'. De lijstjes helpen, ze houden Felix bezig en kalmeren hem, maar lossen het probleem niet op. Het komt tot een uitbarsting wanneer zijn ouders op zondag het dossier lezen en prijzen. Een ultiem recept om een vriend te maken bestaat niet, en aan de hand van een spiegelbeeld confronteert Felix zichzelf met zijn angsten. Het kamp valt uiteindelijk reuze mee, en een vriend, zijn allerbeste vriend, maakt Felix gauw.
Het einde is abrupt, maar dat past bij het gegeven: een kamp vliegt nu eenmaal voorbij, en aan je ouders vertel je toch zeker meteen niet wat er allemaal gebeurd is. Evelien De Vlieger schildert een treffend portret van een jongen met een grote vraag en een grote angst. Vooral de band met zijn moeder zet ze goed neer, hoe die te weinig tijd heeft voor de jongen, maar bij momenten teder en speels uit de hoek komt. Het idee van een dossier aanleggen heeft Felix trouwens van haar, en hij imiteert haar zo ? een element dat De Vlieger net iets te veel herhaalt. Het psychologische portret is ondergeschikt aan het spel met lijstjes en onderdelen. Per dag en per hoofdstuk varieert dat spel, en verschillende familieleden worden erin betrokken, inclusief de net overleden opa, een goede klusser. De Vlieger schreef een boeiend, speels hoe-boek dat wel net iets te veel steunt op clichématige en herhalende elementen.
Essentieel, en volop geïntegreerd in de tekst, zijn de illustraties van Wendy Panders. Meestal betreffen de collages van tekeningen en foto's het werk van Felix, zijn maaksels, knutselideeën en handgeschreven lijstjes, en daarom zijn ze eenvoudig en kinderlijk van aard. Vele illustraties worden op cursuspapier getekend, om het beeld van een dossier op te roepen. Wanneer Panders een 'eigen' (niet van Felix) illustratie inlast in het verhaal, is dat soms een leuke vondst (zo maakt ze bijvoorbeeld van een gemorste druppel een treurend mannetje), maar evengoed een flauwe vondst die als bladvulling overkomt, zoals een groene snottebel die het blad afloopt ? al zullen kinderen dat wel lekker vies vinden. [Chris Bulcaen]
Het einde is abrupt, maar dat past bij het gegeven: een kamp vliegt nu eenmaal voorbij, en aan je ouders vertel je toch zeker meteen niet wat er allemaal gebeurd is. Evelien De Vlieger schildert een treffend portret van een jongen met een grote vraag en een grote angst. Vooral de band met zijn moeder zet ze goed neer, hoe die te weinig tijd heeft voor de jongen, maar bij momenten teder en speels uit de hoek komt. Het idee van een dossier aanleggen heeft Felix trouwens van haar, en hij imiteert haar zo ? een element dat De Vlieger net iets te veel herhaalt. Het psychologische portret is ondergeschikt aan het spel met lijstjes en onderdelen. Per dag en per hoofdstuk varieert dat spel, en verschillende familieleden worden erin betrokken, inclusief de net overleden opa, een goede klusser. De Vlieger schreef een boeiend, speels hoe-boek dat wel net iets te veel steunt op clichématige en herhalende elementen.
Essentieel, en volop geïntegreerd in de tekst, zijn de illustraties van Wendy Panders. Meestal betreffen de collages van tekeningen en foto's het werk van Felix, zijn maaksels, knutselideeën en handgeschreven lijstjes, en daarom zijn ze eenvoudig en kinderlijk van aard. Vele illustraties worden op cursuspapier getekend, om het beeld van een dossier op te roepen. Wanneer Panders een 'eigen' (niet van Felix) illustratie inlast in het verhaal, is dat soms een leuke vondst (zo maakt ze bijvoorbeeld van een gemorste druppel een treurend mannetje), maar evengoed een flauwe vondst die als bladvulling overkomt, zoals een groene snottebel die het blad afloopt ? al zullen kinderen dat wel lekker vies vinden. [Chris Bulcaen]
NBD Biblion
T.H.
Felix gaat alleen op zomerkamp en vraagt zijn moeder hoe dat moet gaan. Haar antwoord: ‘Je maakt wel…
Felix gaat alleen op zomerkamp en vraagt zijn moeder hoe dat moet gaan. Haar antwoord: ‘Je maakt wel een vriend’ neemt hij letterlijk. In de dagen ervoor maakt hij lijstjes met eigenschappen, tekeningen van lichaamsdelen en een recept voor een vriendschapsdrank. Als het zover is, blijkt het veel makkelijker dan hij had gedacht! De originele structuur van het boek loopt parallel aan de psychische voorbereiding op iets waar je tegen opziet. Maar de speelse opzet met details in illustratie en insteek maakt het wat moeilijk om er greep op te krijgen. Voor een kind is dat anders dan voor een volwassene. Inhoudelijk sterk zijn de gesprekken die Felix voert met zijn overleden opa. Dat ontroert. De onverwachte afloop is geestig. Het verhaal is een stimulans voor creatieve oplossingen. Het boek is functioneel geïllustreerd met collages in allerlei formaten bestaande uit tekeningen, foto's of combinaties daarvan. De Vlaamse auteur is onder meer bekend van boekjes voor beginnende lezers als 'Job en de duif' (Boekenwelp 2011) en boeken voor jongeren als 'Brei met mij'. Het boek biedt een pedagogische oplossing die afkomstig is van het kind zelf. En dat is origineel en van deze tijd. Vanaf ca. 9 jaar.
Pluizer
Hoe maak ik een vriend?
Lieve Raymaekers - 22 januari 2015
Felix gaat voor het eerst op kamp, een kamp waar hij niemand kent. Geen probleem, volgens zijn…
Felix gaat voor het eerst op kamp, een kamp waar hij niemand kent. Geen probleem, volgens zijn moeder, je maakt wel een vriend. Felix neemt deze boodschap wel heel letterlijk. Hij neemt een schrift, en begint lijstjes en tekeningen te maken met de onmisbare delen van een vriend, de kleren van een vriend, woorden voor een vriend, eigenschappen van een vriend, …
Het uitgangspunt is heel leuk: stilstaan bij de uitdrukking “een vriend maken” en daarmee aan de slag gaan. De personages en hun emoties zijn ook heel echt en herkenbaar: de angst om alleen op kamp te gaan, de druk bezette moeder, de overleden grootvader die voortleeft in zijn uitspraken, grappen en goede raad. De illustraties zijn ronduit geweldig: letters gevormd door een Zwitsers zakmes, naald en draad, een doorgeknipte worm; lijstjes allerhande, in een geslaagde mix van illustratie en foto. Jammer dat het einde zo’n beetje afgehaspeld lijkt.
Het uitgangspunt is heel leuk: stilstaan bij de uitdrukking “een vriend maken” en daarmee aan de slag gaan. De personages en hun emoties zijn ook heel echt en herkenbaar: de angst om alleen op kamp te gaan, de druk bezette moeder, de overleden grootvader die voortleeft in zijn uitspraken, grappen en goede raad. De illustraties zijn ronduit geweldig: letters gevormd door een Zwitsers zakmes, naald en draad, een doorgeknipte worm; lijstjes allerhande, in een geslaagde mix van illustratie en foto. Jammer dat het einde zo’n beetje afgehaspeld lijkt.